Orde van dienst
zondag 18 mei 2025
Wij komen binnen in Gods huis
Welkom
De lichten worden ontstoken
Lied van de week: 762, De Heer richt op zijn berg een maaltijd aan
Gezuiverd en belegen is de wijn,
zo rood als bloed, gerijpt tot heil en zegen;
op deze berg zal 't feestlijk toeven zijn,
hier leidt de Heer ons heen langs alle wegen.
Op deze berg neemt Hij de sluier weg
waar alle volkeren mee zijn omwonden;
de duisternis zal worden afgelegd,
geheimen opgeklaard, boeien ontbonden.
Wij treden aan het ontoeganklijk licht,
wij volkeren, wij heidenen, wij mensen;
wij zien het leven-zelf in het gezicht,
God haalt ons thuis van achter alle grenzen.
En Hij, het leven-zelf, verslindt de dood
tot overwinning en van alle ogen
wist Hij de tranen af. Het ochtendrood
gaat stralend op, een opgang uit den hoge
Muziek tot eer van God
We gaan staan
Bemoediging en drempelgebed
V: De Heer is opgestaan!
g: De Heer is waarlijk opgestaan!
V: Midden in dit bestaan,
spreekt Hij ons aan en noemt ons bij name.
Hij deelt met ons, eet met ons, bemoedigt ons
Wij bidden: Opgestane, in wie alle dood is overwonnen:
g. Leef in ons! Amen
Openingslied: Psalm 98 Zing een nieuw lied voor God de Here
Zingt een nieuw lied voor God den Here,
want Hij bracht wonderen tot stand.
Wij zien Hem heerlijk triomferen
met opgeheven rechterhand.
Zingt voor den Heer, Hij openbaarde
bevrijdend heil en bindend recht
voor alle volkeren op aarde.
Hij doet zoals Hij heeft gezegd.
We gaan zitten
Kyriegebed
Glorialied: lied 98: 3,4
Laat heel de aard' een loflied wezen,
de psalmen gaan van mond tot mond.
De naam des Heeren wordt geprezen,
lofzangen gaan de wereld rond.
Hosanna voor de grote Koning,
verhef, bazuin, uw stem van goud,
de Heer heeft onder ons zijn woning,
de Heer die bij ons intocht houdt.
Laat alle zeeën, alle landen
Hem prijzen met een blij geluid.
Rivieren klappen in de handen,
de bergen jubelen het uit.
Hij komt, Hij komt de aarde richten,
Hij komt, o volken weest verblijd,
Hij komt zijn koninkrijk hier stichten,
zijn heil en zijn gerechtigheid.
Gebed van de zondag
Tijd voor de kinderen
Zingen: Het lied van Mirjam en Micha
Evangelielezing Johannes 4: 5-42
Zo kwam Hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, 6 waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. 7 Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef Mij wat te drinken.’ 8 Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. 9 De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt U, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ (Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om.) 10 Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u Hém erom vragen en dan zou Hij u levend water geven.’ 11 ‘Maar heer,’ zei de vrouw, ‘U hebt geen emmer, en de put is diep – waar wilt U dan levend water vandaan halen? 12 U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee.’ 13 Jezus antwoordde: ‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen, 14 maar wie het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat Ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ 15 ‘Geef mij dat water, heer,’ zei de vrouw, ‘dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten.’ 16 Toen zei Jezus tegen haar: ‘Ga uw man eens roepen en kom dan weer terug.’ 17 ‘Ik heb geen man,’ zei de vrouw. ‘U hebt gelijk als u zegt dat u geen man hebt,’ zei Jezus, 18 ‘u hebt vijf mannen gehad, en degene die u nu hebt is uw man niet. Wat u zegt is waar.’ 19 Daarop zei de vrouw: ‘Ik begrijp dat U een profeet bent, heer. 20 Onze voorouders vereerden God op deze berg, en bij u zegt men dat in Jeruzalem de plek is waar God vereerd moet worden.’ 21 ‘Geloof Me,’ zei Jezus, ‘er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden. 22 Jullie vereren wat je niet kent, wij vereren wat we kennen; de redding komt immers van de Joden. 23 Maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, Hem aanbidt vervuld van Geest en waarheid. De Vader zoekt mensen die Hem zo aanbidden, 24 want God is Geest, dus wie Hem aanbidt, moet dat doen vervuld van Geest en waarheid.’ 25 De vrouw zei: ‘Ik weet wel dat de messias zal komen,’ (dat betekent ‘gezalfde’) ‘wanneer hij komt zal hij ons alles vertellen.’ 26 Jezus zei tegen haar: ‘Ik ben het, degene die met u spreekt.’
27 Op dat moment kwamen zijn leerlingen terug, en ze verbaasden zich erover dat Hij met een vrouw in gesprek was. Toch vroeg niemand: ‘Waar bent U op uit?’ of: ‘Waarom spreekt U met haar?’ 28 De vrouw liet haar kruik staan, ging terug naar de stad en zei tegen de mensen daar: 29 ‘Kom mee, er is iemand die alles van mij weet. Zou dat niet de messias zijn?’ 30 Toen gingen de mensen de stad uit, naar Hem toe.
31 Intussen zeiden de leerlingen tegen Jezus: ‘Rabbi, U moet iets eten.’ 32 Maar Hij zei: ‘Ik heb voedsel dat jullie niet kennen.’ 33 ‘Zou iemand Hem iets te eten gebracht hebben?’ zeiden ze tegen elkaar. 34 Maar Jezus zei: ‘Mijn voedsel is: de wil doen van Hem die Mij gezonden heeft en zijn werk voltooien. 35 Zeggen jullie niet: “Nog vier maanden en dan komt de oogst”? Ik zeg jullie dit: kijk om je heen, dan zie je dat de velden rijp zijn voor de oogst! 36 Nu al krijgt de maaier zijn loon en verzamelt hij vruchten voor het eeuwige leven, zodat de zaaier en de maaier tegelijk feest kunnen vieren. 37 Hier is het gezegde van toepassing: De een zaait, de ander maait. 38 Ik stuur jullie eropuit om een oogst binnen te halen waarvoor je geen moeite hebt hoeven doen; dat hebben anderen gedaan en jullie maken hun werk af.’
39 In die stad kwamen veel Samaritanen tot geloof in Hem door het getuigenis van de vrouw: ‘Hij weet alles van mij.’ 40 Ze gingen naar Hem toe en vroegen Hem bij hen te blijven. Toen bleef Hij nog twee dagen. 41 Nog veel meer mensen kwamen tot geloof door wat Hij zei; 42 ze zeiden tegen de vrouw: ‘Wij geloven nu niet meer om wat jij gezegd hebt, maar we hebben Hem zelf gehoord en we weten dat Hij werkelijk de redder van de wereld is.’
Zingen lied 834 Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht
Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht!
God, laat mij voor uw aangezicht,
geheel van U vervuld en rein,
naar lijf en ziel herboren zijn.
Schep, God, een nieuwe geest in mij,
een geest van licht, zo klaar als Gij;
dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt
en ga de weg die U behaagt.
Wees Gij de zon van mijn bestaan,
dan kan ik veilig verder gaan,
tot ik U zie, o eeuwig licht,
van aangezicht tot aangezicht.
Preek
Zingen: Al wie dorst heeft, kom tot mij (lied 28, Zingende gezegend,
V: coupletten, gemeente: refrein)
2. Geef geen geld voor bitter brood,
voor het water van de dood,
voor de overvloed die schaadt,
voor de vreugde die vergaat. Refrein
3. Dwaal niet verder, keer u om,
bruid, hier is uw bruidegom!
Hoe gij eertijds hebt geleefd,
weet dat God uw schuld vergeeft! Refrein
4. Neem dan al wat Ik u bied:
koop hier zonder geld, om niet
wijn en melk - o, drink hier vrij,
al wie dorst heeft, kom tot Mij! Refrein
Gebeden, dankgebed, voorbeden, stil gebed
Onze Vader
Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen
laat uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden
zoals ook wij vergeven wie ons iets schuldig is.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan u behoort het koningschap,
de macht en de majesteit in eeuwigheid. Amen
We gaan staan.
Zingen: lied 871 Jezus zal heersen waar de zon
Jezus zal heersen waar de zon gaat om de grote aarde om,
de maan zijn lichte banen trekt, zover het verste land zich strekt.
Het lied in alle talen zal zijn liefde loven overal,
en uit de kindermond ontspringt de lofzang die zijn naam omringt.
Zijn rijk is volle zaligheid. Wie was gevangen wordt bevrijd,
Wie moe was komt tot rust voorgoed, wie arm was leeft in overvloed.
Laat loven al wat adem heeft de koning die ons alles geeft.
O aarde om dit nieuw begin stem met het lied der engelen in.
Tijdens het zingen komen de kinderen binnen
Zegen
V: gesproken zegen
V zingt:
Gemeente zingt:
Collectes:
- KIA
- Kerk
Medewerkers aan deze dienst:
Ambtsdragers: Renate Breukelman, Reind Katerberg, Gerard Weitkamp, Ellen Sonneveld
Organist: Sieger vd Laan
Kindernevendienst: Marianne Algra, Renate Breukelman, Grietje Mulder
Beamer: Be Hazelaar
Camera: Henk
Koster: Jans Weuring, Eddy Heeling/Jennie Wilting
