Protestantse Gemeente Sleen

Stille Zaterdag

Bij binnenkomst in de kerk krijgt ieder een kaarsje.

Het is donker in de kerk.

Inleiding (Geeske)

Orgelspel

Lezing: Genesis 1 : 1-5  (Femmy)

Dialoog

Gebed:

Lied: Om licht te zien zijn wij gekomen  (mel. Psalm 98)

Om licht te zien zijn wij gekomen,

een krans van mensen wereldwijd.

Die waakzaam van de vrede dromen,

en werken aan gerechtigheid.

Ontsteek het vuur opdat wij horen,

het lied dat zingt in alleman.

Tot nieuwe mensen zijn geboren,

vrienden met vrede hand in hand.

Lezing: Exodus 14 : 21 – 31a  de doortocht

 

Lied: Gezang 219 : 1   Lvdk 1973

Zingt ten hemel toe,

juicht en jubelt Gode

want Hij wordt niet moe

voor ons uit te gaan

als een vuur vooraan

levenden en doden!

 

Lezing: Ezechiël 36 : 24 – 28

Orgelspel

Lezing: over ‘Opstanding’.

Lezing: Matteüs 28: 1 – 10

Lied: U zij de glorie.

U zij de glorie, opgestane Heer

U zij de victorie, nu en immer weer

Uit een blinkend stromen, daalde d’engel af

Heeft de steen genomen, van ’t verwonnen graf

U zij de glorie, opgestane Heer

U zij de victorie, nu en immer meer.

De intocht van het Licht.

Een diaken komt de kerkzaal binnen met de nieuwe paaskaars.

Geeske:      De Heer is opgestaan.

Gemeente: De Heer is waarlijk opgestaan, Halleluja.

Geeske:      Zuivere vlam, verdrijf met uw licht, de angst van ons hart.

                    Zuivere vlam, verdrijf met uw licht, de schaduw van de dood.

We geven het licht van de paaskaars aan elkaar door

Vers 2 van ‘U zij de glorie’.

 

2: Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft

Die mij heeft genezen, die mij vrede geeft

In Zijn goddelijk wezen, is Zijn glorie groot

Niets heb ik te vrezen, in leven en in dood

U zij de glorie, opgestane Heer

U zij de victorie, nu en immer meer.

De kaarsjes worden gedoofd.

Diaken vult de doopvont met water.

 

Doopgedachtenis

Lied: Ps.42: 1 en 7

1: Evenals een moede hinde

naar het klare water smacht,

schreeuwt mijn ziel om God te vinden,

die ik ademloos verwacht.

Ja, ik zoek zijn aangezicht,

God van leven, God van licht.

Wanneer zal ik Hem weer loven,

juichend staan in zijn voor-ho-ven?

7: Hart, onrustig, vol van zorgen,

vleugellam geslagen ziel,

hoop op God en wees geborgen,

Hij verheft wie neder viel.

Eens verschijn ik voor de Heer,

vindt mijn ziel het danklied weer.

Hij, mijn God, Hij heeft mijn leven

altijd aan de dood ontheven.

Dankgebed

Laten wij nu samen het onze Vader bidden.

 

Lied: Zeg het aan allen dat Hij leeft. (melodie NLB 642)

Zeg het aan ieder dat Hij leeft,

en – waarlijk opgestaan! –

te midden van de mensen leeft

om zo ons voor te gaan.

Laat allen weten, geef het door,

dit hoopvol nieuw bericht,

hoe Hij een hemels koninkrijk,

op heel de aarde sticht.

Een wereld in dit nieuwe licht,

is ons beloofde land.

De goede aarde wordt voltooid,

ontvangen uit zijn hand.

 

De kerkklokken worden geluid…..    

 

O hoor, de klokken luiden blij,

komt allen sluit u aan.

Dan zeggen, zingen, juichen wij,

de Heer is opgestaan!!

Wegzending:

Amen

Orgelspel