Protestantse Gemeente Sleen

Vooraf: Lied 532: ??

Welkom

Lied 287: 1,2

Bemoediging en groet

Lied 287: 5   

Kyriëgebed

Glorialied : Lied 150 A: 2,3,4

Lezing uit het Eerste Testament: 2 Kon. 5:1-3, 9-14

Lied 356: 1,4,6,7

Lezing uit het Tweede Testament: Luc. 5: 12-16

Lied 858

Overdenking

Lied 315: 1,2

Dankgebed, voorbeden, stil gebed, Onze Vader

(Herinnering aan de) collecte

Lied 15 uit ‘Het liefste lied van overzee 2’ (mel. ‘Finlandia’ van J. Sibelius, Lied 246 ELB)

Ga maar gerust, want Ik zal met je meegaan.
Ik ben je baken, ook in diepe nacht.
Ik ben de stem die steeds in jou zal opstaan.
Ik ben de hand die op je vriendschap wacht.
Ik ben het licht dat voor je voeten uitgaat.
Ik ben de wind waardoor je adem haalt.

Ga maar gerust, want Ik zal met je meegaan.
Ik ben de zon, waarvoor het donker knielt.
Ik ben de groet, waarmee ook jij kunt opstaan.
Ik ben de hoop, dat zaad diep in je ziel.
Ik ben het lied, dat fluistert in de bomen.
Ik ben de dag, die schemert in je droom.

Ga maar gerust, want Ik zal met je meegaan.
Ik ben de liefde, die een mens je schenkt.
Ik ben de hoogste toon die jij kunt aanslaan.
Ik ben de verte, die verlangend wenkt.
En, kom je thuis, de laatste mist verdwenen,
ben Ik de hand, die al je tranen wist.

Zegen