Protestantse Gemeente Sleen

We komen binnen in Gods huis

 Lied van de week: Van ’t vroeglicht van de dageraad (lied 516: 1,2, 5)

Van ’t vroeglicht van de dageraad
tot waar de zon weer ondergaat
zingt elk de koning Christus eer,
het kind der maagd is onze Heer.

De wijze koningen van ver,
zij volgden de verheven ster,
zij zijn van licht tot licht gegaan
en boden God geschenken aan.

U met de Vader en de Geest,
o Heer die op het heilig feest
van heden ons verschenen zijt,
zij lof en eer in eeuwigheid. 

Welkom, de lichten worden ontstoken 

Muziek tot eer van God

We gaan staan

Bemoediging en drempelgebed

V.         Onze Hulp is in de Naam van de Heer

g.         Die hemel en aarde gemaakt heeft

V.         Om kwetsbare mensen te redden, God,

verschijnt uw zoon in onze wereld,

tot heil en vrede van allen.

Wij bidden: open ons hart

g.         maak ons bereid hem te volgen.

            Amen                                                                          We gaan zitten

Zingen:  Geef, Heer, de Koning uwe rechten (lied 72: 1, 4)

Geef, Heer, de koning uwe rechten en uw gerechtigheid

aan ’s konings zoon, om uwe knechten te richten met beleid.

Dan ruist op alle bergen vrede, heil op der heuv’len top.

Hij zal geweldenaars vertreden, maar armen richt hij op.

Hij zal de redder zijn der armen, hij hoort hun hulpgeschrei.
Hij is met koninklijk erbarmen hun eenzaamheid nabij.
Hij helpt, met hun bestaan bewogen, die zijn in vrees verward.
Hun bloed is kostbaar in zijn ogen. Hij draagt hen in zijn hart.

Kyriegebed 

Glorialied: Leve de koning in ons midden (Lied 72: 5, 6)

Leve de koning in ons midden, geef hem Arabisch goud.
Laten wij daaglijks voor hem bidden, nu hij de scepter houdt.
Het veld zal blinken van het koren. Men zal het als een woud
zelfs op de bergen ruisen horen, het ganse land is goud.

Laat ons de grote naam bezingen van Hem die Israël leidt,
want Hij alleen doet grote dingen, zijn roem vervull' de tijd.
Looft God de Heer, Hij openbaarde zijn wonderen, zijn eer.
Zijn heerlijkheid vervult de aarde. Ja, amen, looft de Heer. 

Gebed van de zondag 

Tijd voor de kinderen 

Lezing: Jesaja 60: 1-6

1 Sta op en schitter, je licht is gekomen,

over jou schijnt de luister van de HEER.

2 Duisternis bedekt de aarde en donkerte de naties,

maar over jou schijnt de HEER, zijn luister is boven jou zichtbaar.

3 Volken laten zich leiden door jouw licht,

koningen door de glans van je schijnsel.

4 Sla je ogen op, kijk om je heen:

ze stromen in drommen naar je toe;

je zonen komen van ver, je dochters worden op de heup gedragen.

5 Je zult stralen van vreugde als je het ziet,

je hart zal van blijdschap overslaan.

De schatten van de zee zullen je toevallen,

de rijkdom van vreemde volken valt je in de schoot.

6 Een vloed van kamelen zal je land overspoelen,

jonge kamelen uit Midjan en Efa.

Uit Seba komen ze in groten getale,

beladen met wierook en goud.

Zij verkondigen de roemrijke daden van de HEER. 

Zingen: Hoe helder staat de morgenster (lied 518: 1)

Hoe helder staat de morgenster,

en straalt mij tegen van zo ver,

de luister van mijn leven.

Kom tot mij, zoon van David, kom,

mijn koning en mijn bruidegom,

mijn hart wil ik U geven.

Lieflijk, vriendelijk,

schoon en heerlijk,

zo begeerlijk,

mild in ‘t geven,

stralend, vorstelijk verheven. 

Lezing Matteüs 2: 1-12

1 Toen Jezus geboren was, in Betlehem in Judea, tijdens de regering van koning Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. 2 Ze vroegen: ‘Waar is de koning van de Joden die onlangs geboren is? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om Hem te aanbidden.’ 3 Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem. 4 Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden. 5 ‘In Betlehem in Judea,’ zeiden ze tegen hem, ‘want zo staat het geschreven bij de profeet: 6 “En jij, Betlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.”’ 7 Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich; hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, 8 en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden: ‘Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind. Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt, zodat ook ik erheen kan gaan om het te aanbidden.’ 9 Nadat ze de koning hadden aangehoord gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. 10 Toen ze de ster zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde. 11 Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het geschenken aan: goud en wierook en mirre. 12 En omdat ze in een droom de aanwijzing hadden gekregen dat ze niet naar Herodes terug moesten gaan, reisden ze via een andere route terug naar hun land. 

Zingen: Van ’t vroeglicht van de dageraad (lied 516: 1,2, 5)

Van ’t vroeglicht van de dageraad
tot waar de zon weer ondergaat
zingt elk de koning Christus eer,
het kind der maagd is onze Heer.
De wijze koningen van ver,
zij volgden de verheven ster,
zij zijn van licht tot licht gegaan
en boden God geschenken aan.

U met de Vader en de Geest,
o Heer die op het heilig feest
van heden ons verschenen zijt,
zij lof en eer in eeuwigheid. 

Preek 

Zingen:  Een ster ging op uit Israël (lied 496: 1 en 3)

Een ster ging op uit Israël

na duizend en één nacht.

Een oud verhaal werd doorverteld,

een lied klonk onverwacht.

Dit was het uur van onze God,

een mensenzoon gelijk,

die onze naam draagt en ons lot

die nacht begon zijn rijk.

Gij morgenster en mensenzoon,

breng ons de nieuwe tijd,

waarin de wereld wordt bewoond

door uw gerechtigheid.

Dan is uw heil aan ons geschied,

u allen even na, -

dan zingt de schepping weer dit lied

tot in de gloria

 Gebeden

Dank- en voorbeden, stil gebed, Onze Vader

Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden
zoals ook wij vergeven wie ons iets schuldig is.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan u behoort het koningschap, de macht en de majesteit
tot in eeuwigheid. Amen                                 

                                                                                              We gaan staan

 

Slotlied: Zij die op de sterren reizen

(mel: Zal er ooit een dag van vrede, lied 462)

Zij die op de sterren reizen,

op hun innerlijk kompas,

zijn de zieners en de wijzen,

zoekers in die grote nacht.

Zij die op de sterren reizen,

varend op de hemelkaart,

zoeken tekens in de ruimte

naar het hart van het bestaan.

Zij die op de sterren reizen,

op gedachten snel als licht,

zien de grootheid van het kleine

in een pasgeboren kind.

Zij die op de sterren reizen

vinden sterren in hun hart,

worden nieuwe zieners, wijzen

van een stralend gouden dag.                                                                                  

Zegen 

Bij de uitgang wordt er gecollecteerd voor

-de diaconie

-de kerk