Orde van dienst
orde van dienst zondag 2 maart 2025
We komen binnen in Gods huis
Zingen: Lied van de week:

Welkom, de lichten worden ontstoken
Muziek tot eer van God
We gaan staan
Bemoediging en drempelgebed
V. Onze hulp is in de Naam van de Heer
Die hemel en aarde gemaakt heeft
Vanaf het begin, Goede God,
worden wij geroepen uw weg te gaan
A: Help ons die te vinden. Amen
Zingen: lied 314: 1,2,3 Here Jezus om uw woord
Here Jezus om Uw woord
Zijn wij hier bijeengekomen
Laat in 't hart dat naar U hoort
Uw genade binnenstromen
Heilig ons dat wij U geven
Hart en ziel en heel ons leven
Ons gevoel en ons verstand
Zijn o Heer zo zonder klaarheid
Als Uw Geest de nacht niet bant
Ons niet stelt in 't licht der waarheid
'T Goede denken doen en dichten
Moet Gij zelf in ons verrichten
O Gij glans der heerlijkheid
Licht uit licht uit God geboren
Maak ons voor uw heil bereid
Open hart en mond en oren
Dat ons bidden en ons zingen
Tot de hemel door mag dringen
We gaan zitten
Kyriegebed
Glorialied: lied 136: Loof de Heer want Hij is goed
Loof de Heer want Hij is goed trouw in alles wat Hij doet.
Want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid
Gebed van de zondag
Tijd voor de kinderen
Zingen: Het lied van Mirjam en Micha
Lezing: Jeremia 7: 1-15
1 De HEER richtte zich tot Jeremia: 2 ‘Ga in de tempelpoort staan en verkondig deze boodschap: Luister naar de woorden van de HEER, Judeeërs; luister, jullie die door deze poorten naar binnen gaan om je voor de HEER neer te buigen. 3 Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Beter je leven, dan mogen jullie in dit land blijven wonen. 4 Vertrouw niet op die bedrieglijke leus: “Dit is de tempel van de HEER! De tempel van de HEER! De tempel van de HEER!” 5 Als jullie je leven werkelijk beteren, als jullie elkaar rechtvaardig behandelen, 6 vreemdelingen, wezen en weduwen niet onderdrukken, in dit land geen onschuldig bloed vergieten en niet achter andere goden aan lopen, jullie onheil tegemoet, 7 dan mogen jullie hier blijven wonen, in het land dat Ik jullie voorouders gegeven heb, voor altijd en eeuwig. 8 Maar jullie vertrouwen op die bedrieglijke leus, en dat zal je niet baten. 9 Jullie stelen, moorden, plegen overspel en meineed, branden wierook voor Baäl en lopen achter andere goden aan, die jullie eerst niet kenden. 10 En toch durven jullie, terwijl jullie al die gruweldaden plegen, voor Mij te verschijnen in deze tempel, het huis waaraan mijn naam verbonden is, met de gedachte: Ons kan niets gebeuren! 11 Denken jullie soms dat het huis dat mijn naam draagt een rovershol is? Ik zie wel degelijk wat jullie doen – spreekt de HEER.
12 Ga maar eens naar het heiligdom in Silo, waar Ik mijn naam vroeger liet wonen, en zie wat Ik er vanwege de wandaden van mijn volk Israël mee heb gedaan. 13 Nu dan – spreekt de HEER –, omdat jullie al die gruweldaden plegen en Ik telkens weer tot jullie gesproken heb maar jullie niet hebben geluisterd, omdat Ik geroepen heb maar jullie niet hebben geantwoord, 14 zal Ik met deze tempel, waaraan mijn naam verbonden is en waarin jullie je vertrouwen stellen, en met heel het land dat Ik jullie voorouders gegeven heb, hetzelfde doen als met Silo. 15 Ik zal jullie verstoten, zoals Ik jullie broedervolk, het nageslacht van Efraïm, verstoten heb.
Zingen: lied 92: 4,5,6
Hoe diep zijn uw gedachten ! Geen dwaas die dat verstaat:
als onkruid groeit het kwaad; hoe lang zult Gij nog wachten?
Zie toch, aan alle zijden plant zich het onrecht voort,
het bloeit haast ongestoord, niemand komt tussenbeide.
Maar Gij, de Allerhoogste, zolang de wereld is -
werkers der duisternis zult Gij de dood doen oogsten.
Uw tegenstanders, Here, zullen als kaf vergaan;
ten oordeel opgestaan zult Gij de vijand keren.
Gij zult de eer verhogen van wie vernederd wordt,
uw kracht is uitgestort, uw licht verlicht de ogen.
Mijn ziel zal zich verblijden: daar ligt terneergeveld
al wie zich met geweld vergreep aan Gods bevrijden.
Lezing Lukas 6: 39-49
39 Hij sprak ook in gelijkenissen tegen hen: ‘Kan de ene blinde de andere blinde leiden? Vallen ze dan niet samen in een kuil? 40 Een leerling staat niet boven zijn leermeester; pas als iemand zich alles heeft eigen gemaakt, zal hij de gelijke zijn van zijn leermeester.
41 Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? 42 Hoe kun je tegen hen zeggen: “Laat mij de splinter uit je oog verwijderen,” terwijl je de balk in je eigen oog niet ziet? Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen.
43 Een goede boom brengt geen slechte vruchten voort, en evenmin brengt een slechte boom goede vruchten voort. 44 Elke boom kun je aan zijn vruchten kennen, want van distels pluk je geen vijgen en van doornstruiken geen druiven. 45 Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort, maar een slecht mens brengt uit zijn slechte schatkamer het kwade voort; want waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over.
46 Waarom roepen jullie “Heer, Heer” tegen Mij, maar doen jullie niet wat Ik zeg? 47 Ik zal jullie vertellen op wie degene lijkt die bij Me komt, naar mijn woorden luistert en ernaar handelt: 48 hij lijkt op iemand die bij het bouwen van zijn huis een diep gat groef en het fundament op rotsgrond legde. Toen er een overstroming kwam, beukte het water tegen het huis, maar het stortte niet in omdat het degelijk gebouwd was. 49 Wie wel naar mijn woorden luistert maar niet doet wat Ik zeg, lijkt op iemand die een huis bouwde zonder fundament, zodat het meteen instortte toen het water ertegen beukte en er alleen een bouwval overbleef.’
Zingen: Zingen: Lied 313: 1, 3, 4
Een rijke schat van wijsheid
schonk God ons in zijn woord.
Hebt moed, gij die op reis zijt,
want daarmee kunt gij voort.
Gods woord is ons een licht,
en elk die in vertrouwen
daarnaar zijn leven richt,
die zal erin aanschouwen
des Heren aangezicht.
De geesten onderscheiden,
gaf God ons als gebod;
wie 't woord der waarheid mijden,
weerstaan het rijk van God.
Hoe bouwen zij op zand!
Straks zal hun huis bezwijken,
't houdt in de storm geen stand.
Dan zal aan ieder blijken
der dwazen onverstand.
Maar wie op 't woord vertrouwen
dat uitging uit Gods mond,
die kunnen veilig bouwen,
hun huis heeft vaste grond.
Des Heren woord maakt vrij
van dienst aan vreemde machten;
in 't woord herkennen wij
zijn plannen en gedachten.
Het rijk is ons nabij!
Preek
Zingen: Goedheid is sterker dan slechtheid
Gebeden
Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden
zoals ook wij vergeven wie ons iets schuldig is.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan u behoort het koningschap, de macht en de majesteit
tot in eeuwigheid. Amen
We gaan staan
Slotlied: Vrede-lied (mel: lied 868 Lof zij de Heer)
Komen ooit voeten gevleugeld, mij melden de vrede,
daalt over smeulende aarde de dauw van de vrede,
wordt ooit gehoord uit mensenmonden dat woord:
wij zullen rusten in vrede.
Dan zal ik huilen en lachen en drinken en slapen
dromen van vluchten en doden en huivrend ontwaken.
Maar niemand vlucht, nergens alarm in de lucht,
overal vrede geschapen.
Dan zal ik zwaaien naar vreemden, zij zullen mij groeten.
Wie was mijn vijand? Ik zal hem in vrede ontmoeten.
Dan zal ik gaan waar nog geen wegen bestaan –
vrede, de weg voor mijn voeten
Zegen
Gemeente:
Bij de uitgang wordt er gecollecteerd voor
-Kerk in Actie
-Kerk
Medewerkers aan deze dienst:
Ouderling: Carolien Haan, Ina Pol
Diaken: Gerard Weitkamp
Organist: Jouke Hordijk
Beamer: Femmy Dijks
Camera: Hans vd Heijden
Kosters: Henk en Ali Katerberg
Voorganger: ds Ellen Sonneveld
